zondag 25 september 2011

Het lied van de grotten(3)

Ik heb "het lied van de grotten", het zesde deel van Jean M. Auels "De Aardkinderen" gelezen. Ik vond het niet zo goed als de andere delen. "Het lied van de grotten" kwam er wel erg vaak in voor, en er ontbreken grote stukken in het verhaal. Tussen hoofdstuk 17 en hoofdstuk 18 zit een gat van vier jaar, en er wordt heel weinig verteld over wat er in die vier jaar is gebeurd, of niet gebeurd.
In voorgaande jaren werden de paarden en Wolf sexueel actief, wat tot grote ongerustheid bij Ayla en Jondalar leidde. Over deze vier jaren wordt niets gemeld.
Ze maken een reis naar het Zuiden, waarbij een interessant probleem ontstaat: "Schuld en Boete": Hoe gaat een maatschappij als de hunne om met criminelen? Een gevangenis hebben ze niet.
Uiteindelijk wordt het probleem ontweken: de crimineel wordt gelynched.
En dan is er weer een gat tussen hoofdstuk 28 en hoofdstuk 29, waarover wel wat wordt verteld, maar niet over bovenstaand probleem.
Jondalar misgaat zich, hij slaat Laramar verrot, omdat die de Moeder eerde met Ayla.
Hij verdient daarvoor straf, maar de straf die wordt afgesproken is belachelijk: hij moet vrouw en kinderen van Laramar onderhouden
Laramar had op zijn minst een paar ongestoorde herdersuurtjes met Ayla moeten bedingen.
Het boek eindigt er mee dat iedereen de rol van de man in de voortplanting verteld wordt. Maar de consequenties ervan worden magertjes uitgewerkt.

Geen opmerkingen: