donderdag 5 april 2012

Amsterdam

Gisteren een dagje Amsterdam. De trein had uiteraard vertraging, en het was weer interessant te zien hoe dat verwerkt werd in de informatie voorziening.
We gingen oa naar de Slegte, waar mijn boek op een plank stond naast die van Richard. Ik had het beok wel getekend, maar ik kon niet zien wie het boek had gekocht.
Daarna gingen we eten bij Vlaanderen. Het was lekkker, maar niet erg veel.
Bij het van Gogh museum mochten we naar binnen zonder aan de kassa onze museum jaarkaart te laten zien. Dat was erg prettig, want de rijen waren lang.
Ook in het museum was het erg druk.
Een kaas- en een worstplankje in het oncertgebouw was ons avondeten.
De Matteüspassie was van Piter Jan Leusink, Hij huppelde niet deze keer.
Het was wel een mini-uitvoering, als je naar het aantal medewerkers keek.
We lazen de tekst mee, en daarbij viel mijn oog op de volgende samenzang tussen alt en koor:
K: Wo ist denn dein Freund hingegangen,
K: O du Schönste unter den Weibern?
S: Ist es möglich, kann ich schauen?
K: Wo hat sich dein Freund hingewandt?
S: Ach! mein Lamm in Tigerklauen,
S: Ach! wo ist mein Jesus hin?
K: So wollen wir mit dir ihn suchen.
S: Ach! was soll ich der Seele sagen,
S: Wenn sie mich wird ängstlich fragen?
S: Ach! wo ist mein Jesus hin?
De tekst van het koor komt uit het Hooglied, een liefdesgedicht uit het Oude Testament.
Een "schoonste der vrouwen" midden in het lijdensverhaal?
Je denkt dan al gauw aan de Maria Magdalena van Dan Brown.
Maar ik ben bang dat Bach het zo niet heeft bedoeld.
Hier was het ook anderszins merkwaardig: de alt was een man (Sytze Buwalda).

Geen opmerkingen: