In de eerste les bij mevrouw Anderling tovert ze haar bureau om in een varken. Ook bij andere gelegenheden worden levende dieren uit dode voorwerpen getoverd. In deel 3 wordt bijvoorbeeld een hoed steeds in een konijn omgetoverd en weer terug. En bij het examen in het derde jaar moeten ze een theepot omtoveren in een schildpad.
Maar in deel 7 wordt ons verteld dat er geen eten getoverd kan worden. De eerste uitzondering op de wet van Grondel. Nu is een levend dier niet hetzelfde als eten, maar dieren zijn in principe eetbaar. Konijnen zeker. Er klopt iets niet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten